maandag 31 maart 2014

Kinderen en suiker (deel 4)

De afgelopen weken heb ik geschreven over suiker en over zoetstoffen en wat deze doen met je lijf. Ik hoop dat ik hiermee kinderen (maar natuurlijk ook volwassen) meer bewust kan laten worden van wat ze eten. En als je je ergens van bewust bent, kan je – als je dat wil – je eetpatroon veranderen.

Want:
Wat kan je wel eten?

Misschien ben je al op gaan letten, de laatste weken en is het je opgevallen dat suiker toch wel in heel veel spullen zit. Niet alleen in snoep, koek en limonade, maar zelfs in vleeswaren en sauzen.
Zonder suiker eten is dus best wel lastig en alles in één keer vermijden ook.
Ik ben van mening (want deze stukjes schrijf ik vanuit mijn gedachten, maar wel op basis van bekende informatie) dat alles wat je weet te vermijden mooi meegenomen is. Elk klontje suiker dat je niet meer gebruikt, is er één.
Stap voor stap zal ik voorbeelden geven over wat je wel kan drinken en eten.

Drinken
Veel kinderen drinken limonade of sap. Water drinken is misschien het beste en het is goed als je hier aan probeert te wennen, maar ik snap ook wel dat je liever iets drinkt met een smaakje.
In plaats van aanmaaklimonade kan je diksap kopen. Dit vind je in het schap met babyspullen, want baby’s vanaf 4 maanden mogen dit al. Diksap is gemaakt van vruchtensap dat ze in de fabriek heel sterk ingedikt hebben. Door er thuis in je beker water bij te doen, heb je een lekker drankje. Let goed op de verhouding, want je hebt hier minder van nodig dan van limonade.
Sap heb je in heel veel verschillende soorten. Veel pakken, die geen sap genoemd mogen worden, omdat er meer in zit dan alleen fruitsap, bevatten suiker en/of zoetstoffen. Liever vermijden dus. Er zijn ook pakken sap op 100% fruitbasis. Misschien niet zo goed als versgeperst, maar beter dan de sappen die suiker bevatten.
En thee drink je vanaf nu dan gewoon zonder suiker. Mijn kinderen hebben dit in één week afgebouwd, gewoon steeds een beetje minder suiker in de thee. En nu vinden ze thee met suiker vies.

Snoep
Tja, snoep. Bijna het hele snoepschap kan je eigenlijk wel vermijden in de supermarkt. Dat valt even tegen, maar waarschijnlijk had je dat al wel verwacht. Wel vind je hier een paar zakjes drop die suikervrij zijn. Maar let op: kijk wel bij de ingrediënten of ze er geen aspartaam in gestopt hebben. (Klene heeft bijvoorbeeld geen aspartaam toegevoegd, AH weer wel.)
Rozijntjes bevatten geen suiker en ook verkopen steeds meer winkels stukjes gedroogd fruit in uitdeelzakjes of –pakjes. Deze laatste zijn niet echt goedkoop en je kunt het makkelijk zelf maken door zelf gedroogde pruimen, abrikozen en vijgen in stukjes te snijden en dit te mengen met rozijntjes en misschien zelfs cranberry’s. Want gedroogd fruit kan je zien als het snoepje uit de natuur. Of gewoon lekker de grote versies eten, natuurlijk. Ayla kan echt smullen van een vijg.
Bij de natuurwinkel verkopen ze snoep dat meestal geen suiker bevat: lolly’s, dropveters, toffees, marshmallows en nog veel meer. De chocola bevat dan meestal rietsuiker. Niet ideaal, maar beter dan kristalsuiker. En hoe puurder de chocola, hoe minder (riet)suiker er in zit.


Koek
Ook het koekschap in de supermarkt kan je overslaan als je geen suiker meer wilt eten. Bij de natuurwinkel is er redelijk wat keus in suikervrij koek. Deze koek is gezoet met natuurlijke zoetstoffen, zoals honing en tarwestroop. Misschien nog steeds niet super, maar het is al heel goed om de kristalsuiker te vermijden en ik snap echt wel dat je af en toe een koekje wil.
De natuurwinkel is echter niet goedkoop. Zelf koekjes bakken is dan een goed alternatief. Op mijn blog staan verschillende suikervrije recepten, maar ook op internet kan je heel wat recepten vinden. Zoek maar op ‘recept suikervrij koekjes’ en je hebt de koekjes voor het uitzoeken.
Ook muffins, cake en taart kan je zelf maken als je geen suiker wilt. Of overleggen met de bakker, maar zelf maken is wel zo leuk.

Andere tussendoortjes
Chips zal door veel kinderen regelmatig gegeten worden. Probeer alle smaakjes te vermijden. Hier zitten bijna altijd wel smaakversterkers en suiker in. Naturel chips is dan het handigst. Dit bevat alleen maar aardappelen, olie en zout.
Ook bij andere soort zoutjes kan je op de zakken kijken wat er in zit, maar de meeste smaken bevatten weer suiker, omdat ze hier nu eenmaal de smaakjes lekker mee maken. Zoute stokjes, pinda’s of andere nootjes zonder fabrieksjasje of extra smaakje zijn zonder suiker, voor zover ik heb ontdekt.

Fruit kan natuurlijk altijd, net als plakjes komkommer, stukjes wortel, reepjes paprika of radijsjes. Maak er zelf een leuk schaaltje van en dan wordt ook dit tot een feest.

Andere tussendoortjes kunnen zijn: knäckebröd met smeerkaas en eventueel plakjes tomaat of komkommer, rijstwafels met pindakaas en plakjes banaan en zo kan je zelf nog veel meer variaties bedenken. Er is nog keus genoeg, je moet alleen anders gaan denken.



Brood en broodbeleg
In veel brood zit suiker, soms onder een andere naam zoals dextrose. Vaak is het meest simpele en goedkope brood nog het beste als je suiker wilt vermijden. Dat lekkere (als je er van houdt tenminste) donkerbruine brood is zo mooi donkerbruin omdat er gebrande suiker in zit. En jij maar denken dat dit komt door alle zaden en granen die ze erin stoppen. Ook ontbijtkoek zit trouwens vol suiker.
Kaas bevat – naar mijn weten – geen suiker, dus dat kan je gewoon blijven eten.
Bij vleeswaren is het wel opletten. Nu verwacht ik dat er niet veel suiker in zal zitten, maar in de meeste vleeswaren zit dus wel suiker. Ik ben laatst gaan zoeken naar vleeswaren zonder suiker en zonder smaakversterker en dat bleek dus zoeken naar een speld in een hooiberg. Later maar weer verder zoeken. Hierbij kan je denken – zoals ik nu ook denk – dat je al veel suiker vermijd en dat het maar een beetje is dat in de vleeswaren zit. Het moet dan maar. Zelf eet ik geen vlees, dus ook geen vleeswaren, maar voor de kinderen haal ik ‘gewoon’ vleeswaren in huis.
Zoet beleg is natuurlijk lastiger en daarin is de keuze ook klein als je geen suiker meer wilt eten. Alles met chocola (hagelslag, vlokken, pasta) bevat suiker. Pindakaas bevat vaak een beetje dextrose (= suiker), maar er zijn ook potten zonder suiker, zoals Calvé en Jumbo.
Appelstroop kan wel met alle variaties die er zijn. Er zit maar heel soms suiker in, dus even kijken op het etiket.
Jam mag alleen jam heten als er suiker in zit, dus jam mag niet. Maar je hebt ook fruitspread. Het is bijna jam, maar net niet, want er zit geen suiker in. Zonnatura en St.Dalfour zijn merken ‘jam’ zonder suiker.
En fruit op brood is ook altijd lekker.

Avondeten
In het avondeten zal toch geen suiker zitten, zal je denken. Ja, dat dacht ik dus ook. Totdat ik beter ging kijken. In zakjes nasikruiden, kruidenmix voor macaroni, juspoeder en pakketten voor ‘wereldgerechten’ zit bijna altijd wel suiker en andere stoffen die ik niet graag gebruik.
Ook in snel-klaar-vlees en vegetarische vleesvervangers zit bijna altijd suiker.
Goed opletten dus en ook hier weer veel zelf maken.
Maar, als je overdag al veel suiker weet te vermijden, dan kan je ervoor kiezen om dit bij de avondmaaltijd een beetje los te laten. Wie weet wordt dat een stap voor in de toekomst.
Ook toetjes bevatten – dit had je vast wel verwacht – bijna altijd suiker.
Bob en Ayla hebben nu de Griekse yoghurt (of yoghurt Griekse stijl) ontdekt. Een klein scheutje diksap erover heen en smullen maar.

Heel veel tips over wat je allemaal wel kunt eten. Ik ben vast nog wel wat dingen vergeten, maar dit overzicht lijkt mij al een eerste stap op de goede weg.
Wil je meer weten, dan kan je op internet heel veel vinden over suiker, suikervrij en zoetstoffen.
Bijvoorbeeld de namen voor suiker die fabrikanten op de etiketten zetten en waardoor jij denkt dat er geen suiker in zit. Er staat dan bijvoorbeeld geen suiker, maar glucosestroop. En zo zijn er dus nog veel meer namen.
Je mag mij natuurlijk ook altijd een vraag stellen. Het is altijd leuk om te horen hoe anderen er over denken en wat zij tegenkomen op hun zoektocht.
Ik ben echter zeker niet alwetend, maar wil altijd meedenken.

Groetjes, Esther

maandag 24 maart 2014

Suiker en kinderen (deel 3)

Vorige keer schreef ik wat suiker met je lijf doet. Dat stuk heb ik zo geschreven dat kinderen het begrijpen. Deze week wil ik het hebben over zoetstoffen.

Hoe zit het nu met zoetstoffen?

In heel veel dingen die je kan eten zit suiker verwerkt. Nu zijn er inmiddels ook veel lightproducten te koop waar minder of zelfs geen suiker in zit. Een goede keus, denk je misschien. Helaas is dit niet zo goed als je zal denken. Hoe dat zit, zal ik proberen uit te leggen.

Vorige keer schreef ik dat je lichaam insuline maakt als je suiker eet. Deze insuline is nodig om je bloedsuikerspiegel weer op het normale niveau te brengen. Als je iets eet zonder suiker, maar met kunstmatige zoetstoffen, dan proeft je tong iets zoets. Je hersenen denken dan dat je suiker eet en geven je lijf opdracht om insuline aan te maken. Hierdoor daalt je bloedsuikerspiegel, waardoor je behoefte voelt om meer te eten. En dan het liefst iets met suiker.
Je ervaart dus dezelfde afwisseling van eten-insuline-eten-insuline, alleen heeft de insuline nu niets te doen.
Wat betekent dit dan voor je lijf?
Doordat je lijf zegt dat je meer moet eten en je hier waarschijnlijk naar luistert, kan je dik worden.
Doordat je teveel insuline hebt, gaat je lichaam suiker uit je bloedbaan halen en hier vet van maken. Dus nog een dik makende factor.
Verder zorgt de insuline ervoor dat je bloedsuikerspiegel daalt en dat heeft hetzelfde gevolg als bij het eten van suiker. Je gaat je suf en sloom voelen en je kan je minder goed concentreren.

Hiermee heb je dus al twee gevolgen (dik makend en je suf voelen) die hetzelfde zijn als bij het eten van suiker.

Daarnaast hebben ook zoetstoffen zo hun gevaren voor je gezondheid. Net als bij suiker zijn hier de meningen over verdeeld, maar er komen steeds meer onderzoeken die bewijzen dat zoetstoffen niet goed voor je zijn.
Aspartaam is een veel gebruikte kunstmatige zoetstof, maar ook een zoetstof die de meeste bijwerkingen heeft. Zoals hoofdpijn, diarree, buikpijn, niet kunnen slapen, hyperactief zijn, moeite met concentreren, slechter zien, slechter horen, pijnlijke gewrichten, chronische vermoeidheid, problemen met je tanden of tandvlees, depressie, lagere weerstand en nog heel veel meer.

Als ik moet kiezen tussen suiker of kunstmatige zoetstoffen, dan kies ik nog het liefste suiker. Dat is nog niet iets minder erg en slecht.

Volgende week gaat mijn blog over wat je dan nog wel kunt eten. Je snapt nu wel dat heel veel dingen die nu heel gewoon zijn om te eten niet zo goed zijn om te eten. Maar er zijn echt nog wel dingen die je wel mag. Dat wordt dus fijn uitproberen wat jij lekker vindt en zo ontdek je weer allemaal nieuwe smaken.

Groetjes, Esther

maandag 17 maart 2014

Suiker en kinderen (deel 2)

Zoals ik vorige week al schreef wil ik voor Bob, Rick en Ayla duidelijk maken waarom het goed is om geen suiker te eten, en dan doel ik op geraffineerde suiker. Omdat ik denk dat deze informatie voor meer kinderen (of eigenlijk alle mensen) interessant is, deel ik dit met jullie in deze blog. En dan uiteraard wel in kindertaal, voor iedereen begrijpbaar. 

Waarom is suiker slecht voor je?


Wat is suiker?
Suikers zijn stofjes (koolhydraten) die zitten in groente en fruit en heel veel andere dingen die wij eten. Deze koolhydraten zijn de brandstof voor ons lijf.
In fabrieken halen ze de koolhydraten uit de groente en fruit (denk aan suikerbieten) en na heel veel bewerken krijg je dan bijvoorbeeld kristalsuiker. Dit is de witte suiker die de meeste mensen in het suikerpotje hebben.

Maar waarom is suiker dan slecht?
Dat is een heel goede vraag. Niet alle suiker is slecht. De suiker die van nature al in bijvoorbeeld groente en fruit zit en die je samen met die groente of fruit eet, is goede suiker. Je lijf haalt uit deze suiker de energie om te bewegen, te leren en te groeien. Maar om deze suiker te kunnen gebruiken heeft je lijf vezels, vitaminen en mineralen nodig. Deze stofjes zitten samen met de suiker in bijvoorbeeld je appel. Dat is door de natuur dus heel goed geregeld.

Wat is slechte suiker?
Bij suiker zal je waarschijnlijk als eerste denken aan de suiker in het suikerpotje of misschien aan snoep en koek, omdat je weet dat daar suiker in zit. In deze suiker zitten niet meer die vezels, vitaminen en mineralen die je lijf nodig heeft om de suiker te kunnen gebruiken.
Je lijf zal vitaminen en mineralen uit je lichaam halen om toch de suiker te kunnen verwerken. Terwijl je deze stoffen ook voor andere dingen nodig hebt.
Daarnaast zorgen de vezels ervoor dat het suiker langzaam door je lichaam verwerkt wordt. Zonder die vezels komt het suiker heel snel in je bloed. Dit noemen ze een hoge bloedsuikerspiegel. Je lichaam vindt dit niet fijn en gaat een stofje aanmaken, insuline. Goede oplossing denk je misschien. Maar als dit vaak gebeurt, maakt je lijf te makkelijk insuline aan en daalt je bloedsuikerspiegel ook weer heel snel. Hierdoor voel je je slap en futloos en heb je behoefte aan suikers. Je hersenen denken namelijk dat dit helpt, maar eigenlijk zorg je er alleen maar voor dat je insuline blijft aanmaken en suiker blijft eten.
Dus suiker uit het suikerpotje en de suikers die de fabrikanten stoppen in snoep, koek en ijs, maar ook in allerlei andere spullen als tomatenketchup en vleeswaren is dus slechte suiker.
Deze slechte suiker is gehaald uit de natuur, maar door de fabriek zijn alle nuttige stofjes eruit gehaald. Dit noemen ze geraffineerd.

Waarom is geraffineerde suiker slecht voor je?
Eerst zal ik een aantal dingen opnoemen dat suiker met je lijf doet.
Net heb ik al geschreven dat bij geraffineerde suiker je lijf vitaminen en mineralen uit je lijf gebruikt om de suiker te kunnen verwerken. Hierdoor kan je een vitaminetekort krijgen.
Door het eten van suiker stijgt je bloedsuikerspiegel en maakt je lichaam insuline aan. Hierdoor daalt je bloedsuikerspiegel weer heel snel en hierdoor voel je je moe en futloos en kan je je moeilijk concentreren. Dit noemen we vaak een ‘dip’.
Door het op en neer gaan van je bloedsuikerspiegel kan je te veel gaan snoepen, waardoor je dikker wordt. Je lijf heeft namelijk niet de tijd om al dit eten te verwerken en dan maakt je lichaam hier vet van.

Wat ik hierboven heb geschreven geldt voor iedereen, maar daarnaast kan je ook andere klachten krijgen als je (vaak) suiker eet. Iedereen reageert anders en dus reageert ieder lijf ook anders op suiker. Deze klachten kun je dus krijgen door suiker, maar het hoeft niet.
Een hele lijst, waarin ik alleen de dingen heb gezet die voor jou als kind begrijpelijk en van toepassing zijn:
Minder weerstand, slechter kunnen zien, problemen met je maag en darmen, auto-immuunziektes (dat zijn ziektes die ontstaan doordat je lichaam stofjes uit zijn eigen lijf niet herkent en daardoor wil afbreken, bijvoorbeeld astma, artritis (reuma) en MS), blindedarmontsteking, voedselallergie, eczeem, hoofdpijn, moeilijker leren, depressie, duizeligheid, kan ADHD verergeren, epileptische aanvallen.
Verder werkt suiker verslavend en vergiftigend.
(Let op: er zijn verschillende meningen of suiker dit echt met je lijf kan doen, maar ik heb bij Ayla – mijn dochter -  en mijzelf gemerkt dat klachten minder zijn geworden door (bijna) geen suiker meer te eten. Bovendien zijn de klachten uit deze lijst overgenomen uit een boek waarin ook de onderzoeken genoemd worden om dit te kunnen beweren.)

Maar wat doe je nu je dit weet?
Ik vind het belangrijk dat je snapt wat suiker met je lijf doet. Nu kan je zelf beter kiezen wat je wel en niet wilt eten.
Als je minder suiker wilt eten, weet ik uit eigen ervaring dat dit best moeilijk kan zijn. In heel veel dingen zit suiker en juist in de dingen die veel kinderen lekker vinden. Het is dus echt wel zoeken naar goede vervangers, want je wilt tenslotte toch wat lekkers eten als je uit school komt.
Binnenkort wil ik een stukje schrijven wat je allemaal kunt eten zonder dat er geraffineerde suiker in zit. Ook zal ik nog iets schrijven hoe dat nu ziet met kunstmatige zoetstoffen.


Groetjes, Esther

maandag 10 maart 2014

Suiker en kinderen (deel 1)

De meesten van mijn (trouwe) lezers zullen weten dat ik al een tijd suikerarm eet. Twee jaar en vier maanden om precies te zijn. Dit doe ik samen met Ayla (nu 7 jaar), omdat we hoorden dat het voor ons allebei beter zou zijn. Ayla hoest inmiddels nauwelijks meer en mijn energieschommelingen (lees: dips) en pijnklachten zijn een stuk minder.
Inmiddels eet ik sinds februari nagenoeg helemaal suikervrij en voel ik me nog beter. (Wie weet daarover later meer in een blog.) 


De mannen in huis doen amper mee bij het suikerarm/-vrij eten. E-nummers als E621 (een smaakversterker) en E951 (aspartaam, een zoetstof) krijgen ze wel veel minder binnen, omdat ik probeer deze niet te kopen. In het drinken, de tussendoortjes en het broodbeleg zit nog wel eens suiker (of ongewenste E-nummers).
Freek (mijn man) kan ik niet opvoeden en dat wil ik ook niet. Wel zou ik het fijn vinden als Bob en Rick (12 en 10 jaar) bewuster omgaan met eten en drinken. Voor hen komt de tijd met verleidingen en het zelf kiezen eraan. Zij hebben de leeftijd dat ik dit niet zomaar voor hen kan beslissen. Bovendien denk ik dat het goed is dat zij weten waarom adviezen gegeven worden. Als je namelijk begrijpt waarom iets is, kan je beter overwegen of je je hieraan wilt houden en dit vasthouden of bewust kiezen voor een uitzondering.

Ayla eet suikerarm voor haar gezondheid. Omdat het goed ging, lieten we de touwtjes vieren. Doordat ze deze winter weer meer ging hoesten (door de gevierde touwtjes, door de stress van de feestdagen, door de bacillen die sowieso rondvliegen of door een combinatie) zijn we weer iets meer op gaan letten.
Ook zelf merkte ik na de feestdagen en een buikgriep dat ik de verleiding van chocola maar moeilijk kon weerstaan. Terwijl ik tegelijkertijd besefte dat ik door chocola te eten mijn energiedips in stand hield.


Tijd om weer strenger te worden én informatie in te winnen.
Zelf weet ik nu waarom suikervrij beter is en lukt het mij om mij hieraan te houden. Nu wil ik deze kennis omzetten naar een kindvriendelijke uitleg voor Bob, Rick én Ayla. Meer daarover binnenkort in deel 2.


Groetjes, Esther

maandag 3 maart 2014

Haarwensen: een goed doel!

Alweer een blog over Ayla. Ze is dan ook een dankbaar onderwerp en een goed fotomodel.
De dag na de Glamorous Prinsessendag was namelijk weer een spannende dag: Ayla ging voor het eerst naar de kapper. En hoe! 



Ruim een week daarvoor merkte Ayla op dat het haar van haar broer Rick veel korter gekamd hoeft te worden dan haar eigen haar. Dat leek haar ook wel wat: sneller haren kammen, makkelijker haren wassen, sneller haren afdrogen – zonder klitten!
Ze wist van de mogelijkheid om je haren te doneren. Dus Ayla wilde haar haar kort.
Slik!
Ik moest wel even slikken, want 25 centimeter eraf is gewoon véél. Toch wist ik al snel dat het goed was; korter haar ís gewoon makkelijker en het zou haar leuk staan.

Omdat haar nu eenmaal sneller eraf geknipt is dan eraan gegroeid, heb ik Ayla een week  erover na laten denken. Maar het was duidelijk: dit wilde ze en daar bleef ze bij. En dus maakte ik een afspraak bij de kapper op de dag na de prinsessendag.





Haar haar werd er in twee vlechten afgeknipt en het zag er toen al pittig uit. Maar er mocht natuurlijk wel een goed model in, dus dat heeft de kapper perfect gedaan. Uiteraard was het fototoestel mee.
En . . . . . . het staat haar geweldig!

















Wil je meer weten over haar doneren, de Stichting Haarwensen en kappers die gratis je haar knippen als je je haar doneert, kijk dan op www.haarwensen.nl


Groetjes, Esther