maandag 27 mei 2013

Natuurlijk verwennerijte

Soms mag je jezelf een beetje verwennen. En dat dat niet veel geld hoeft te kosten bewijst deze lunch.

Twee boterhammen van een (zelfgemaakt) zuurdesembrood. Klein likje boter, paar plakjes walnotenkaas (maar andere kaas is vast ook lekker) en daarop een handje ‘groenvoer’.
Dit groenvoer bestaat uit speenkruid en kleefkruid, vers geplukt op het plaatselijke landgoed. Nog wat stukjes walnoot en wat druppels honing en dan is het broodje klaar.



Erbij een kopje preisoep. Twee maanden geleden vers gemaakt en per portie in de vriezer gestopt.
Een beker met brandnetelthee (van vers geplukte brandnetels, ook van het landgoed) en een glas water en mijn lunch is klaar.



Misschien dat niet iedereen een dergelijke lunch kan waarderen, maar ik geniet er volop van. Het geeft mij het gevoel dat ik de voorjaarskrachten – die in de natuur aanwezig zijn – tot mij neem.

Bedenk wat jou blij maakt (het liefst iets klein en goedkoops), voer het uit en geniet.

Groetjes, Esther

woensdag 22 mei 2013

Heupen, het weer en de moestuin

Een paar weken geleden schreef ik dat de SI-gewrichten bij mijn heupen niet goed zaten. Na drie bezoeken aan de fysiotherapeut leek het probleem verholpen en mocht ik het lopen langzaam opbouwen. Ik was (uiteraard!) helemaal blij.

Tijdens een midweek weg merkte ik echter dat opstaan me moeite kostte. Ik gaf de bank en de stoelen de schuld. Thuis gekomen deed mijn rechterheup wel wat pijn, maar het was andere pijn dan eerder en de pijn was te doen. Ik liep dus nog ‘lekker’ een weekje door.
De pijn werd duidelijk erger tijdens Hemelvaart. Het enige wat ik kon bedenken als remedie was om weer wat vaker per dag korte stukje te lopen. Dit hielp wel wat, maar niet helemaal.
De maandag erop dus toch maar mijn fysiotherapeut gebeld en vrijdag kon ik terecht. Het zat weer goed fout: mijn rechter SI-gewricht zat verkeerd, evenals mijn rechterheup en rechterstaartbotje. De fysiotherapeut nam mij flink onder handen en gaf mij de opdracht mee om Freek mijn billen te laten masseren. (Dat vindt hij een héééél vervelende taak . . . ) Mijn bilspieren waren namelijk zo gespannen dat ik alles scheef trok.
(Inmiddels staat de zesde afspraak alweer in mijn agenda. Het is lang geleden dat ik überhaupt naar de fysiotherapeut ging en zeker zo lang achtereen.)

Door dit alles ben ik dit seizoen nog weinig op de moestuin geweest. “Gelukkig” is het weer dusdanig dat er toch weinig groeit, dus veel werk is er nog niet.
Afgelopen weekend ben ik toch maar twee keer een uurtje geweest om wat te wieden en te zaaien wat ik deze week wilde zaaien. (Een uur met halverwege een pauze is nu echt mijn maximale inspanning.) Ondanks dat ik zo weinig heb gedaan, lig ik nog steeds op schema. Behalve dan dat de groenten nog niet echt hard groeien. Het is echt wachten op het mooie weer. En dan niet een paar dagen of een week, maar graag maandenlang. Met ’s nachts regen.
(Ik ben niet zo veeleisend . . . . )

Groetjes, Esther

maandag 13 mei 2013

Het lied van de grotten, Jean Auel

Al een tijd heb ik het boek ‘Het lied van de grotten’ van Jean M. Auel in huis. Dit is deel zes van de serie boeken over ‘De Aardkinderen’ die allen plaatsvinden in de prehistorie.

Deel één tot en met vier las ik toen ik achttien was. Meteen wist ik dat, als ik een dochter mocht krijgen, deze Ayla zou heten. (Gelukkig vond mijn man het ook een mooie naam.) Ayla is – voor degenen die deze boeken niet kennen – de hoofdpersoon in de hele serie boeken.
Toen ik zwanger was van ons derde kind kreeg ik het vijfde boek. Tijdens deze zwangerschap en daarna las ik de eerste vier delen opnieuw alvorens aan deel vijf te beginnen.
(We kregen een dochter – Ayla dus.)

En nu, twee jaar nadat deel zes uitkwam, heb ik dit deel ook gelezen.
Ook dit deel is dik (772 bladzijden met kleine letters), dus geen boek om in één week uit te lezen. Dat hoeft ook niet; het verhaal kan mij niet lang genoeg duren. Het is wel altijd even doorbijten in het begin, omdat het echt heel anders leest dan, bijvoorbeeld, ‘Vijftig tinten grijs’, maar als ik eenmaal in het verhaal zit, ga ik met Ayla mee op reis en ben er dan gewoon bij, daar in die prehistorie.

Deze keer gaat Ayla op bezoek bij andere (naast-verwante) volken en hun heilige plekken in het kader van haar opleiding tot medicijnvrouw. De beschrijvingen van al die heilige plekken hadden van mij iets minder gemogen. Het was wel heel veel en veel van hetzelfde.
Ik lees liever de beschrijvingen van de onderlinge verhoudingen en de dialogen die daarin plaatsvinden. Ook heilige gebruiken, maar vooral de dagelijkse gang van zaken – jagen, verzamelen, spullen creëren – en de informatie over de verschillende planten – en hun medicinale werking – interesseren mij.
Door het verhaal verweven lees je over Ayla’s puzzel om haar gezinsleven te combineren met haar opleiding. De spagaat tussen kinderen en werk – hoe herkenbaar voor veel vrouwen.

Al vond ik deel zes minder dan de andere vijf delen, van mij mag er nog een boek (of meer!) komen in deze serie. Ik reis graag mee in het leven van Ayla.

Groetjes, Esther