Al een tijd geleden had ik de gedachte dat dit een goed onderwerp zou zijn om een blog aan te wijden. Afgelopen maandag bracht de docente het zelf ter sprake.
Yoga kent iedereen van de – soms onmogelijke – houdingen waarin je een tijdje stil blijft staan. Maar yoga is veel meer dan dat. Het heeft te maken met ademhaling, concentratie en het in balans brengen van lichaam en geest.
Ademhaling is heel belangrijk bij yoga. Iedere les begint, na een korte opwarming, met een “body scan”. Hierin ga je na hoe je staat, hoe al je lichaamsdelen voelen, of je ontspannen bent en daarna concentreer je je ademhaling.
Dit doe je daarna bij alle volgende oefeningen. Natuurlijk zijn er moeilijke oefeningen, maar veel oefeningen zijn niet eens zo lastig. Het gaat erom dat je je concentreert op je ademhaling, terwijl je in de houding staat – ook wel asana genoemd.
Tijdens het doen van de verschillende oefeningen ben ik alleen – nou ja, vooral – bezig met de houding en mijn adem. Hierdoor kan ik de rest even vergeten en helemaal op gaan in het nu.
Dat ik door de yoga ook nog eens leniger en flexibeler wordt, is natuurlijk helemaal mooi meegenomen.
Door mijn beperkingen (knieklachten én fibromyalgie vooral in mijn handen en armen) pas ik sommige oefeningen aan. Maar met wat vindingrijkheid én een goed meedenkende docente kan ik alle spiergroepen stretchen, net als de rest van de groep.
De asana’s vragen dus inspanning en zetten alle spieren aan het werk. Tegelijkertijd wordt in elke asana de ontspanning gezocht door je te concentreren op je ademhaling en de adem te sturen naar de plekken die pijnlijk of ongemakkelijk voelen.
(Maar vooral – en dat laat onze docent ons nooit vergeten – altijd je grenzen bewaken. Het hoeft niet écht pijn te doen!)
Yoga is dus zowel inspanning als ontspanning.
En ik vind het heerlijk!
Groetjes, Esther
Geen opmerkingen:
Een reactie posten