dinsdag 17 mei 2011

De kop is er af.

Vorige week heb ik het schrijven aan mijn boek over fibromyalgie weer opgepakt.
Wat viel het tegen.
Een andere manier van schrijven.
Niet meer per onderwerp, zodat het veel op een leerboek ging lijken, maar nu als levensverhaal.
Wat is het toch lastig om een verhaal duidelijk op te schrijven.

Ik wil de elementen erin die voor mij belangrijk zijn en die ook – in mijn ogen – belangrijk zijn voor het verhaal. Tegelijk wil ik er rekening mee houden dat het verhaal ook voor een ander begrijpelijk is. Dingen die voor mij vanzelfsprekend zijn of waarvan ik de geschiedenis weet, zijn voor anderen mogelijk helemaal niet vanzelfsprekend of duidelijk.
Verder wil ik er een boeiend verhaal van maken, dat leuk is om te lezen en dat ook uitnodigt om verder te lezen. Sommige elementen zijn dan helemaal niet interessant, bijvoorbeeld hoe precies de doorverwijzing ging naar een revalidatiecentrum. Het feit dat ik ben doorverwezen is genoeg. En hoe dat dan precies gegaan is, dat wil misschien een kleine groep weten, maar voor het overgrote deel is dat niet boeiend.
Al deze dingen heb ik geleerd in de cursus en ik ben echt blij dat ik de cursus heb gedaan. Ik denk dat ik met mijn nieuwe kennis meer in staat ben om een boeiend, aangrijpend boek te lezen. Het zou tenslotte wel leuk zijn als mijn boek ook uitgegeven, gekocht én gelezen zou worden.

Vorige week was het schrijven nog echt een worsteling. Ik had me voorgenomen om drie ochtenden te schrijven. Maar omdat het zo moeizaam liep en ik hierdoor kramp in mijn handen kreeg (toch al mijn zwakke plek), besloot ik om het na twee keer genoeg te vinden en deze week weer met nieuwe moed verder te gaan.
Dit bleek een goede keus. Het schrijven gaat deze week veel vlotter.
Na anderhalf uur schrijven stop ik. Ik merk dat mijn gedachten dan te veel gaan wegzweven. Maar gisteren heb ik twee keer geschreven en vanochtend ook alweer anderhalf uur. Misschien, wanneer ik zin heb, ga ik vanmiddag nog even schrijven.
Wel heb mezelf toegezegd dat wanneer ik twee dagen in de week schrijf (en dat is dan minimaal zo’n anderhalf uur per dag) dit voldoende is. Wil ik meer, dan is het goed, maar het hoeft niet. Op die manier hoop ik het leuk te houden. Het is tenslotte geen moeten.
Bovendien kom ik zo ook aan andere dingen toe.

Op 22 juni is er een bijeenkomst met oud-cursisten, samen met de docente van de cursus “Boek schrijven”. Zij is zelf schrijfster en haar boeken verkopen redelijk tot goed. Voor die bijeenkomst kan ik inleveren wat ik tot dan toe heb geschreven. Ik ben heel benieuwd naar het commentaar dat ik van haar krijg op mijn werk. Zelf denk ik dat ik nu al een stuk beter schrijf dan het eerdere werk dat ik bij haar heb ingeleverd. Nu maar hopen dat zij dat ook vindt.

Voorlopig blijf ik iedere week schrijven en wie weet . . .
(. . . ligt over een tijdje mijn boek in de winkel en kunnen jullie het lezen.)

Liefs, Esther

Geen opmerkingen:

Een reactie posten