maandag 8 december 2014

Overdaad schaadt

Laatst schreef ik over de verleidingen van koek, chips en vooral chocola en dat die bij mij vooral opspelen als ik pijn heb.

Vlak na het plaatsen van deze tekst dacht ik terug aan een ingeving die ik eerder had, maar juist nu – door deze blog – meer bewust werd.
Eigenlijk gaat het om twee ingevingen:

1. Tussendoortjes eten we vaak uit verveling (ik spreek over we, want ik vermoed dat dit voor velen geldt).
Als ik maar gewoon lekker bezig ben en helemaal op ga in die bezigheid dan taal ik niet naar een snackmoment. Pas als ik stop – soms ver na mijn gebruikelijke lunchtijd – voel ik de trek.Juist op momenten dat ik even niets doe – al is het maar even – denk ik aan al het beschikbare lekkers. En dat leidt meteen tot de tweede ingeving.




2. Onze valkuil is dat we omringd worden door verleidingen.
Er is hier zoveel aanbod en diversiteit aan eten; de winkels puilen uit. Zelfs in de natuurwinkels is er een gangpad vol me lekkers, dat we niet (echt) nodig hebben qua voedingswaarde. Ook in huis is er voldoende te vinden. Dan vraagt het echt om beheersing om deze verleidingen te weerstaan.


En zo moest ik denken aan de logeerpartijtjes bij mijn oma. Bij de thee kreeg ik (en de rest van de aanwezige volwassenen ook) één koekje of twee blokjes chocola (je weet wel, die van Verkade). En als we ’s avonds een spelletje speelden en daar een borrel of frisje bij dronken dan kreeg ieder één minibakje met studentenhaver (ik denk dat het hooguit 40 gram geweest kan zijn).

Nu kan ik me dit al bijna niet meer voorstellen. Als we al studentenhaver eten, gaat het met handjes tegelijk. Vaker echter is het een bakje (of twee) chips. Koekjes gaan vaak per twee en zo’n klein stukje chocola: wie neemt dat nog?

Groetjes, Esther

Geen opmerkingen:

Een reactie posten