dinsdag 6 maart 2012

Vriendinnen

Hoeveel vriendinnen heeft een vrouw eigenlijk?
      Ik dacht, toen ik jong was, dat ik minder vriendinnen had dan andere meiden en nog steeds denk ik dat wel eens. Maar is dat wel zo? En als het al zo is, is het dan ook erg?

Ik kom op dit onderwerp doordat een vriendin uit het verleden, die ik heel lang mijn ‘beste vriendin’ noemde, heeft aangegeven met mij minder te hebben dan met haar beste vriendinnen. Dit vertelde zij mij nadat ik om duidelijkheid had gevraagd over mijn rol bij de verjaardagen van haar kinderen. (Waar het een al niet toe kan leiden.)
      Oké, sinds we volwassen zijn, zijn onze levens een andere richting op gegaan. We zagen en spraken elkaar veel minder en wanneer we dan wel samen waren bleef het gesprek steken bij de koetjes en de kalfjes.
      Ik ken mijn vriendin al sinds ik vier ben en ook al woonden we niet in dezelfde woonplaats, als penvriendinnen hebben we toch veel met elkaar gedeeld. Nu komt steeds meer het besef dat we nu misschien wel helemaal niets meer delen. Behalve dan het feit dat we beiden drie kinderen hebben.
      Loslaten wil ik haar (nog) niet. Het is toch een stuk verleden, maar of ik echt nog van vriendschap kan spreken? We hebben dit in ieder geval nu wel naar elkaar uitgesproken. Nu is het afwachten wat de toekomst gaat brengen.

Het bracht mij wel aan het denken. Want wat als deze vriendin echt als vriendin wegvalt? Blijven er dan echt steeds minder vriendinnen over of valt dat eigenlijk wel mee?
      Al snel kwam ik erachter dat dat wel mee valt. Er zijn verschillende vrouwen in mijn leven die ieder haar eigen rol vervult. Zo is er een vriendin die ik al ken sinds haar geboorte, dus sinds ik twee was, omdat onze ouders bevriend zijn. Het contact met haar is niet intensief, maar toch zijn we er voor elkaar als dat nodig is.
      Vanuit mijn beroepsopleiding heb ik nog steeds contact met drie vrouwen. Zo’n drie keer per jaar gaan we met elkaar uiteten en dankzij Facebook blijven we sinds een half jaar ook over en weer een beetje op de hoogte.
      En dan zijn er de laatste jaren een aantal vrouwen in mijn leven gekomen, die ik best als vriendin kan beschouwen. Misschien nog wel het meeste een Engelse vrouw, met wie ik van alles kan bespreken. Juist omdat zij heel directe vragen durft te stellen over niet zo voordehand liggende onderwerpen, bijvoorbeeld de manier waarop ik denk over religieuze zaken of alternatieve geneeswijzen. En dan ook echt doorvraagt. Onze gesprekken zijn dus absoluut niet oppervlakkig en vinden meestal plaats tijdens onze gezamenlijk wandel- of fietstochten. Daarnaast delen wij een passie voor (brood) bakken en moestuinieren. We respecteren elkaar volledig, ook al hebben we ook verschillende kanten.
      Met een oud-collega heb ik sinds ruim een jaar – al lijkt het veel langer – zeer regelmatig contact via de mail, vooral over bewust eten en bewust leven.
Met een moeder, die ik ken via de oude school van de kinderen, wandel ik ongeveer één à twee keer per maand ’s avonds ruim een uur; onderwijl pratend over van alles en nog wat. Heel af en toe (eigenlijk te weinig, maar we zijn beiden druk) doen we een theetje samen om nog meer bij te kletsen.
      En laatst ben ik met de kinderen wezen logeren in Limburg. Daar woont sinds vier jaar de beste vriend van Bob met zijn vader, moeder, broertjes en zusje. Zijn moeder is, sinds onze zonen samen in de kleuterklas zitten, een goede vriendin geworden. Samen met de kinderen de natuur in of hen gewoon thuis laten spelen, terwijl wij thee dronken en kletsten. Het was dan ook wel slikken toen zij vertelde te gaan verhuizen naar de ander kant van het land. Door de afstand is onze vriendschap wel anders geworden en minder intensief. Maar toch. Wanneer we elkaar spreken is het als vanouds en kunnen we tot diep in de nacht blijven kletsen. Dit gebeurt maar één keer per jaar en soms lukt dat zelfs niet, dus wanneer we bij elkaar zijn, hebben we heel wat bij te kletsen.

Dit waren de vrouwen waar ik het eerste aan moest denken. Hopelijk is er niemand die zich nu gepasseerd voelt, want ik realiseer me dat, wanneer ik er langer over na zal denken, er vast nog meer vrouwen zijn die ik als vriendin kan beschouwen of in ieder geval als kennis.
     
Of het relatief nu veel of weinig vriendinnen zijn die ik heb, ik ben blij dat ik ze heb.

Liefs, Esther

1 opmerking:

  1. Het gaat om de kwaliteit, niet de kwantiteit, toch?

    Ik heb helemaal niet veel vriendinnen, maar de vrouwen waar ik mee om ga dat zijn wel vrouwen waar ik (hoop ik dan uiteraard!) van op aan kan. Die me kennen en me accepteren zoals ik ben en die ik accepteer zoals ze zijn.

    Dat heb ik veel liever dan een hus vrouwen die me maar oppervlakkig interesseren en andersom.

    En dan nog even een sterkte uitspraak: je beste vriendin, dat ben je zelf! ;-)

    BeantwoordenVerwijderen