zondag 28 augustus 2011

Einde-vakantie-blues

Ik zit nu wel achter de laptop om een blog te schrijven, maar eigenlijk heb ik daar nog helemaal geen zin in. Ik zit nog helemaal met mijn hoofd bij de vakantie, die nu toch echt voorbij is.
      De koffers zijn uitgepakt, de badkamervloer wordt weer langzaamaan zichtbaar nu de meeste was is weggewerkt en Freek gaat morgen weer aan het werk (al heeft hij daar totaal geen zin in).
      Buiten is het koud en guur, toch zouden we het liefst met een fleecetrui en een beker thee onder onze luifel zitten voor de tent.

Het is jaren geleden dat we zo’n heerlijke vakantie hebben gehad. Waarschijnlijk is het zelfs de beste vakantie ooit. Oké, we hadden af en toe een bui en de eerste week was het niet altijd even warm, maar over het algemeen hebben we het meestal droog gehad en elke avond konden we buiten eten.
      Bob, Rick en Ayla hebben zich vanaf de eerste minuut vermaakt met de andere kinderen op ons veldje. En het is bekend: wanneer de kinderen het goed hebben, hebben de ouders het ook naar hun zin.
      Ook Freek en ik hadden al snel leuk contact met de gezinnen op ons veldje. Friezen aan de overkant en een gezin uit Drenthe naast ons. Beiden bleven, net als wij, drie weken en de laatste twee weken kwam er nog een gezin uit Friesland, die zich er probleemloos bij voegde.
      Drie weken lang hebben we het geweldig gehad. Samen barbecueën, een zeepglijbaan maken van dekzeilen, wateroverlast te lijf gaan, een waterballonnengevecht.
      Drie weken zo dichtbij – zowel letterlijk als soms ook figuurlijk. Het is moeilijk te beseffen dat we nu zo ver uit elkaar zitten.

Er wordt al over gesproken om het volgend jaar nog eens over te doen met het grootste deel van deze groep. Is dit grootspraak of wordt het realiteit?
      Ik ben benieuwd.

Groetjes, Esther

maandag 1 augustus 2011

Intuïtie

Afgelopen weken heb ik een paar keer ervaren dat ik beter naar mijn intuïtie had kunnen luisteren, terwijl mijn gezonde verstand zei dat het onzin was.
      Een voorbeeld. Vlak  voordat de zomervakantie begon, was Bob een ochtend met hoofdpijn ziek thuis. Het was de enige dag dat het mooi weer was die week en ik had allerlei plannen, waarbij ik geen ziek kind kon gebruiken.
      De wandeling in de duinen had ik al snel geschrapt.
      Boodschappen doen was toch wel erg handig, juist omdat het marktdag was en ik daar producten wilde kopen. Bob redde zich alleen thuis, zodat ik toch het hoognodige kon halen. De rest moest maar wachten.
      ’s Middags wilde ik dringend naar de moestuin en ook hiervoor gaf Bob aan dat hij het wel een uurtje zonder mij zou redden. Toen mijn moeder dit hoorde, bood ze al aan om ’s middags langs te komen. Zij kon echter pas wanneer ik alweer bijna thuis hoopte te zijn en ik vertelde haar dat het niet nodig was.
      De hoofdpijn bij Bob zakte echter af en thuis blijven vond hij toch ook niets. Dus ’s middags weer lekker naar school en ik kon zonder schuldgevoel naar de moestuin.
      Ik dacht er nog aan dat ik mijn moeder moest bellen, maar mijn verstand zei: ‘Waarom? Ik had tenslotte al gezegd dat het niet nodig was.’
      Je raadt het al. Toen ik terug kwam van de tuin en ik de keuken in wilde om de oogst te verwerken, trof ik mijn moeder in huis aan. Ze was heel lief het strijkwerk aan het wegwerken en de was aan het opvouwen. Ze had zichzelf binnengelaten en was er maar van uitgegaan dat Bob boven op bed lag.
      Had ik nu toch maar naar mijn ingeving geluisterd en haar gebeld.

Mijn intuïtie zegt mij nu – of is het mijn angst? – dat we wel eens een natte vakantie kunnen krijgen. We hebben de laatste weken wel af en toe een mooie dag, maar de minder mooie dagen lijken toch wel te overheersen. En wanneer ik naar de vooruitzichten kijk, word ik niet vrolijk. We hebben de kinderen al gewaarschuwd dat als het regent wanneer we weggaan, we ons vertrek uitstellen. Uiteraard hopen we dat dit niet nodig is of dat we alsnog vlak erna kunnen vertrekken.
      Om de kans op mooi weer te vergroten – want je weet tenslotte nooit of het werkt – ga ik deze week met de kinderen mooi weer proberen te toveren. Een toverspreuk, ons inbeelden hoe geweldig de vakantie wordt, een tekening hiervan maken, het verbranden van papieren regenwolkjes.
      Ach, je moet toch wat. En wie weet . . .

Liefs, Esther
(Door de vakantie kan het zijn dat ik niet iedere maandag een blog plaats, of misschien komt het er helemaal niet van. Wanneer de zomervakantie weer voorbij is, ga ik me weer aan mijn schema proberen te houden. Tot die tijd is het afwachten.)