Afgelopen week heb ik niks gedaan. Nu ja, bijna niets.
De week begon met gigantische rugpijn. Een souvenirtje van een avondje uit in een restaurant, waar het eten heerlijk was, maar de stoelen een stuk minder en bovendien krap opgesteld. Door twee drukke weken ervoor kon mijn rug waarschijnlijk al niet veel meer hebben en die avond heb ik mijn rug verdraaid.
Gelukkig heb ik een fysiotherapeut die mijn klachten goed weet te verhelpen en die voor mij meestal op korte termijn een plekje heeft. Dinsdagochtend kon ik al bij hem terecht. Toen bleek dat de SI-gewrichten in mijn heupen niet meer goed zaten, waardoor mijn hele rug in een kronkel liep. Dinsdagochtend heeft de fysiotherapeut de linkerkant goed gezet en vrijdagochtend de rechterkant en daarnaast nog wat wervels goed geduwd. Beide keren ging ik naar huis met de opdracht geregeld te lopen, omdat door het lopen met weer goed staande SI-gewrichten de kronkel in mijn rug moet verdwijnen. Komende dinsdagmiddag mag ik weer heen. Ik ben benieuwd of mijn fysiotherapeut nog meer gewrichten, wervels of ribben vindt die verkeerd staan.
Door de bezoeken aan de fysiotherapeut, het verplicht lopen en ook door de pijn en de vermoeidheid die dat met zich mee brengt, kon ik me nergens toe zetten. Maandagochtend heb ik nog aan mijn boek geschreven, maar zat toch niet echt lekker achter de laptop. ’s Middags ben ik mijn bed in gedoken. Liggen, rust, slapen!
Dinsdag en woensdag bleef bovendien Rick nog eens ziek thuis. Hij was niet echt ziek, maar ook verre van fit. Zijn buik voelde niet lekker en hij zag er ook niet echt energiek uit. Normaal gaat hij heel graag naar school – hij vindt het veel te leuk om nieuwe dingen te leren – en daarom nam ik zijn klachten serieus. Hij heeft twee dagen rustig aan gedaan én genoten van de aandacht van mij. Wat dus inhield dat ik nergens aan toe kwam. Wel hebben we samen boodschappen gedaan, dus ik kwam strikt genomen nog wel èrgens aan toe. Rick vond het heerlijk om met mij samen op stap te zijn en dit als geheimpje te houden voor zijn broer en zusje.
Donderdag ging hij weer naar school. Hij was nog steeds niet super fit, maar echt te goed om nog langer thuis te blijven. Bovendien kwam donderdag de volgende tijdslurper.
Op donderdag werd onze nieuwe overkapping bezorgd.
Achter het huis hebben we een veranda. De overkapping hiervan had Freek vijf jaar geleden zelf gemaakt van hout en goedkope platen. Een soort uitprobeersel. Na vijf jaar trouwe dienst en na een dikke laag sneeuw afgelopen winter waren de platen aan vervanging toe. We besloten om alles te vervangen en een compleet pakket te bestellen. Het wordt dus helemaal netjes bij ons achter, maar voor het zover is . . . .
Zoals te verwachten kwam de vrachtwagen met onze overkapping later dan gepland. Bovendien kon de vrachtwagen niet tot ons huis komen, waardoor Freek een grote afstand met palen van vijf meter en platen van drie meter moest lopen. Samen met de heftige wind van die dag en het feit dat zijn rug ook niet best is, was dit een flinke tegenvaller.
Zo waren er meer dingen die op het eerste gezicht tegenvielen. En ook tijdens het bouwen bleek alles net even anders te werken dan gedacht.
Door de situatie te nemen zoals hij is en de tijd te nemen om alles goed te bekijken, te plannen en te doen – met af en toe een vloek als het wel heel erg tegenzat – is het Freek gelukt om de overkapping te plaatsen. Mijn aandeel bestond uit meedenken, af en toe een meetlint of paal vasthouden, een kopje koffie verzorgen en vooral aanwezig zijn.
Afgelopen zaterdag waren we twaalf jaar getrouwd en inmiddels weten we wat we aan elkaar hebben. We hebben deze verbouwing dus ook weer overleefd.
Kortom: een bewogen week, waarin ik niet ben toegekomen aan alle dingen die ik zou willen doen.
Dat komt komende week wel weer. Of niet . . . .
Groetjes, Esther